Onder voorwaarden
Jargon heeft zin. Het is niet bedacht om mensen uit te sluiten, maar om de communicatie tussen vakbroeders en -zusters te vergemakkelijken. Dat gewone burgers daarbij de kluts kwijtraken, wordt vaak gezien als collateral damage.
Maar we mogen niet vergeten dat de gewone burger vaak gesprekspartner is van de arts, jurist of verzekeraar – om maar eens drie ijzingwekkende voorbeelden te noemen. En iedereen weet zo langzamerhand wel dat een onbegrepen alinea may damage your health, wealth of beide. Om nog maar te zwijgen van je gemoedsrust.
Daarom word ik altijd erg blij van organisaties die hun uiterste best doen om in klare taal te zeggen wat ze te zeggen hebben. Een goed voorbeeld is de woningbeheerstichting waarvoor ik onlangs de algemene voorwaarden heb herschreven. De managers konden het niet uitstaan dat hun nieuwe huurders maar al te vaak een fors document ondertekenden waar ze maar weinig van begrepen. Of ik dat misschien kon omzetten in klare taal?
Natuurlijk kon ik dat, maar ik zag wel een beertje op de weg. Want als je alle juridische kiertjes en tochtgaatjes in zo’n document wilt dichttimmeren zónder gebruik te maken van jargon, dan wordt je tekst waarschijnlijk minstens anderhalf keer zo lang. En doodsaai. Dus dan heb je een document dat je doelgroep wel kán, maar niet wíl lezen, en zetten je huurders alsnog blind hun handtekening op de stippellijn.
Maar vooruit. Ik kreeg de naam van een advocaat aan wie ik net zoveel domme vragen mocht stellen als ik wilde, en ging aan de slag. Ik merkte meteen dat de bestaande voorwaarden niet helemaal foutloos waren. Door een stel verwisselde ‘mitsen’ en ‘tenzijs’, mochten huurders hun sleutels alleen op erkende zon- en feestdagen ophalen, en moesten ze bepaalde dingen doen mits ze konden aantonen dat ze die dingen niet konden doen. Dat laatste vond ik een zeer diepe, filosofische opdracht, een zenmeester waardig. Maar dat was nog de minste van mijn problemen. Soms zat ik met een zin die écht niet eenvoudiger kon, en toch niet erg begrijpelijk was.
Ik kreeg een inval: waarom zou je algemene voorwaarden niet van voorbeelden mogen voorzien? Ik bevolkte dus een denkbeeldige reeks appartementen en huurhuizen met huurders assorti, en verzon voorbeelden.
Twee artikelen begreep ik zelf totaal niet. Maar de behulpzame advocaat, met wie ik gelukkig op één lijn zat, legde ze geduldig uit. Het deed me denken aan de keer dat ik een babysokje probeerde te breien. Ik was halverwege een soort ronde pannenlap, toen ik besloot mijn schoonzus te bellen. Zij vertelde me hoe ik het patroon óók had kunnen lezen. Zoiets noem je, zoals ik sinds kort weet, een snapmoment.
Twee snapmomenten en een stuk of wat voorbeelden later hadden de klant, de advocaat en ik een begrijpelijke, compacte én juridisch waterdichte tekst in klare taal.
In mei gaan we verder met de website en de andere teksten. Ik verheug me er nu al op. Niks is leuker dan samenwerken met een klant die écht wil communiceren.